de Boer's stamboom 2

Inleiding
Families Marijke en Johan
Foto-albums

32 t/m 63

 

 

32. Meindert Gerbens de Boer( 64 )
Geboren in 1740 te Wolsum.
Eerst op 10 februari 1765 getrouwd met Doutsen Johannes.
Kind: Gerben (zie aant. hier beneden)
Getrouwd op 24 juli 1774 te Wolsum met Feikjen Feikes.
In 1786 naar Hieslum/Parrega en in 1817 weer terug naar Wolsum.
Kinderen: Antje, 1776 Douwe, 1780 Ate, 1787 (#16) Rienks, 1789
Overleden te Wolsum op 30 november 1827.



33. Feikjen Feikes Teekes(?) ( 66 ) ( 67 )
Geboren op 11 juni 1747 te Wolsum.
Getrouwd met Meindert Gerbens de Boer op 24 juli 1774 te Wolsum.
Overleden op 11 november te Wolsum 1826.

Meindert Gerbens had goed geboerd : dat bleek wel uit de inventarisatie van de inboedel na zijn overlijden in 1827.
Hij bezat gedeeltelijk 'landen en zathes' in Wolsum (4x), Parrega , Westhem en Hennaard voor een zeer aanzienlijk bedrag.
De veestapel omvatte 26 melk'koeijen' , 2 paarden, 17 stuks jong-vee, 1 stier, 2 varkens en 9 schapen.
Er was materiaal aanwezig voor het maken van boter en kaas.
Op zolder lagen vogelnetten. Er waren 2 hooiwagens , 1 praam en 1 boot met 2 zeilen.
In het middel(woon)huis stonden 2 tafels met 18 stoelen, hingen 4 schilderijen en 2 spiegels, waren 1 fles met romers en 1 pulpitrum (schrijfmeubel). Er hingen 9 stukken rookvlees en 2 zijden spek.
Men dronk er koffie en thee.
Veel gouden- en zilveren voorwerpen waren er niet. De zilveren voorwerpen bestonden vooral uit lepels en lepeltjes. Het valt op dat er geen dure oorijzers aanwezig waren.
Meindert bezat wel enige effecten: interessant waren de 2 van de Verenigde Staten.

In totaal bracht de inventaris een bedrag op van f 74.104. Omgerekend naar nu : E 800.000 !
Elk kind kreeg f 17000 met nu een waarde van E 184.000 !

Uit Meindert Gerbens' memorie van nalatenschap blijkt dat hij nog een zoon had: Gerben.

Waarschijnlijk de oudste. Deze was op 26 september 1826 te Parrega overleden. Zijn vrouw heette Antje Harmens van der Plaats. Hun kinderen: Meindert, Tjitte en Doutzen deelden ook mee in de erfenis van Meindert Gerbens.
Deze Gerben leefde in Oosterlittens waar zijn vrouw vandaan kwam. Hij was van menniste afkomst en deed in 1799 belijdenis. In 1816 was hij diaken en in 1822 ouderling in de N.H.kerk.
In 1827 werd er een inventarisatie opgemaakt van alle bezittingen van Gerben Meinderts.
Zijn boerderij telde 12 koeien (waarde ong. F 50 per koe), 8 kalveren, 1 bruin paard en 7 schapen. Dit moet voor die tijd een aardig boerenbedrijf zijn geweest.
Er was een 'molkenkelder' in de boerderij met een koperen kaasketel (F25), een karnemolen (F40) en andere attributen die er op wezen dat de melk op de boerderij verwerkt werd. 7 Kazen ( tot. F5,25) lagen er op de plank!
De boerderij had volgens de inventarisatie één woonkamer met twee bedsteden. Aan de muur hingen twee spiegels, een rak met 10 borden en één klok (F8). Er stond/hing ook nog een schoolbord. Naast een aantal tafels/tafeltjes en twee kasten, 9 stoven en een kwispeldoor stonden er 11 stoelen.
Eén koffiemolen en een theebus gaven aan wat er gedronken werd.
Aan kleren bezat men niet veel. De overledene beschikte nog over o.a. 2 hemden, 2 hoeden, 1 lakens vest,broek en zwart lakens rokje (?), een paar kousen en twee onderbroeken.
Aan contant geld was er F12 aan 'zeeuwsche rijksdaalders' en een halve ducaton.
Verder bleek dat er nog al wat achterstallige betalingen waren aan arbeidsloon, leverantiën en medicinale diensten. Hoogtepunt hierbij was wel de lening à 4% van F500 die 14 jaar daarvoor (1813) was afgesloten. Die stond nu voor F780 op de rol.


 


34. Hette Jans Bakker( 68 ) ( 69 )
Getrouwd op 18 december 1785 met Gerritje Rienks van der Veen. Is van de Mennistische
gemeente te Workum. Trouwt in de Hervormde gemeente met toestemming van beide ouders.
Inschrijving burgerboek Workum: 5 februari 1788
Kind: Klaske,4 januari 1788(#17) Workum

35. Gerritje Ri(j)nkes van der Veen( 70 ) ( 71 )
Geboren op 13 augustus 1755.
Getrouwd met Hette Jans Bakker op 18 december 1785. Lid van de Gereformeerde kerk te Workum.


36. Gerrit Douwes Rolsma( 72 ) ( 73 )
Geboren op 13 april 1745 te Burgwerd.
Getrouwd met Tjiskjen Piers Annema op 28 augustus 1785.
Eerder getrouwd geweest met Fokkeltje Feikes.( 5 kinderen)
Boer te Wolsum. Hij woonde in Vijfhuis, een gehucht even O.Z.O. van Wolsum.
Kinderen: Dieuwke,1786 Douwe; geb. 20 jan. 1788 (#18) Pier; geb. 1791 - overleden 22 okt. 1850 te IJlst Feike,1791
Anske; geb. 1803 - overleden 7 apr. 1850 Trijntje,1800
Overleden op 21 mei 1804 te Wolsum.

37. Tjiskjen Piers Annema( 74 ) ( 75 )
Geboren op 8 mei 1763 te Oppenhuizen.
Getrouwd met Gerrit Douwes Rolsma op 28 augustus 1785.
Voor de tweede keer in 1810 getrouwd met Sytze Haantjes de Boer uit Nijland.
Overleden op 20 februari 1846.


38. Sybe Hinnes Koopmans( 76 ) ( 77 )
Geboren op 19 mei 1754 te IJlst.
Getrouwd op 23 juni 1782 met Ymk Harmens te Nijland.
Boer en koopman te Tirns en IJlst.
Kinderen: Saakje 1785
Hiltje 1788
Hinke,1791 (#19)
Overleden op 30 augustus 1825 te Nijland.

39. Imkien Harms ( 78 ) ( 79 )
Geboren op 23 februari 1763 te Greonterp.
Getrouwd met Siebe Hennes op 23 juni 1782 te Nijland.

 

Bij overlijden van Sybe Hinnes laat hij aan Saakje en Hinke 'een huizinge met hornleger' aan de Hienjadijk onder Nieuwland achter.

40. Wybes Cnossen( 80 ) ( 81 )
Gedoopt op 25 december 1756 te Jutrijp.
Getrouwd op 28 januari 1781 met Rymkje Jelles Nauta. Boer te Hommerts.
Kinderen: Wybe 1781 Age 1789 Ybeltje 1791 Age 1799 Age 1804 Neeltje 1782 Jelle 1784 Antje 1793 Lieuwe 1806 Johan,1786 (#20)Gerbrig 1795 Ake 1787 Jeltje 1797 Neeltje 1788 Leukje 1802 (15 kinderen!)
Overleden op 28 oktober 1828 te Hommerts.

41. Riemke Jelles Nauta( 82 ) ( 83 )
Geboren op 21 oktober 1764 te Jutrijp.
Getrouwd met Sjirk Wybes Cnossen op 28 januari 1781.
Overleden op 12 mei 1829 te Hommerts.

1811

 

Koopt in 1788 sate 32 te Hommerts van schoonvader Jelle Jurjen Nauta.

Bij het overlijden van Riemke Jelles laat zij 1 1/2 zathe met landen te Hommerts na.

 


42. Walle Huites Veldhuis( 84 ) ( 85 )
Geboren op 26 september 1774 te Miedum.
Getrouwd op 7 oktober 1798 te Woudsend met Tjitske Johannes Douma.
Kinderern: Trijntje (#21); geb. 9 nov. 1799 te Smallebrug Liskjen; 10 nov. 1801 te IJlst Klaaske; 29 maart 1805 Huite; geb. 29 april 1807 Johannes;geb. 11 mei 1809Aagje; geb. 5 nov. 1811 Antje; geb. 22 mei 1814 Trijntje Douma; geb. 31 mrt 1816
Overleden 19 oktober 1825 te IJlst.

43. Tjitske Johannes Douma/Oppedijk( 86 ) ( 87 )
Geboren op 24 februari 1781 te Indijk.
Getrouwd met Walle Huites Veldhuis op 7 oktober 1798 te Woudsend. Walle overleed in 1825.
Overleden op 3 september 1834 te IJlst.

   
(achter)naamgeving 1812
naamsverandering 1812

 

Veldhuis verhalen.......

In 1811 had Walle Huites eerst de naam Terpstra aangenomen maar deze later in Veldhuis veranderd. Zie hierboven.
Zijn broer Sietse liet zich wel Terpstra noemen.
In 1822 werd de nalatenschap van de ouders van Tjitske Johannes (# 86 en # 87) verdeeld. Het totaalbedrag van f 100.829 werd onder 7 kinderen verdeeld zodat ieder kind F 15.604,48 5/7 kreeg. Walle en Tjitske kregen de 'zathe en landen' te Idzega voor F 15.000 .

Deze zathe wordt verhuurd aan broer Sietse Huites Terpstra. Walle loopt na een jaar pachtachterstand ( f 700 ) en een niet afbetaalde schuld ( f 800 ) naar de rechtbank en laat zijn broer op 12 mei 1824 uit de boerderij zetten. Wel moet Sietse zijn bezittingen, behalve 'meubels, huisgeraden , goud en zilver' publiek verkopen waarbij de opbrengst voor Walle is. Die schenkt hem nog wel f 200 'vrijgeld'. Zo 'is alles vereffend'.
Ben benieuwd of het nog goed gekomen is tussen beide broers.

Over de kinderen Veldhuis is het volgende te melden:
Klaaske overlijdt op 28 jarige- en Antje op 27 jarige leeftijd. Liskjen wordt 47 jaar en Trijntje (uit 1799) 69 jaar. Er is nog een tweede Trijntje uit 1816. In haar geboorte-akte staat, in de kantlijn, Trijntje Douma! Raar geval. Deze laatste overlijdt als ze 10 is.

Leeuwarder Courant 16 april 1824

In 1824 wordt de boerderij weer verhuurd. Walle is diaken- boekhouder te IJlst.

Testament:
Op vrijdag 30 september 1825 laat Walle zijn laatste wil optekenen. Hij is dan in ' ziekelijke omstandigheden, doch hebbende blijkens zijne gesprekken met ons genoegzame kennis van zaken welke comparant met eigen woorden aan ons (....) zeide dat hij hij geheel vrijwillig voor zijn mogelijk sterven over zijn eigenen nagelaten goederen bij deze tegenwoordigheden eenige beschikking wilde maken, welke hij met zijnen eigen woorden aan ons (....) zeide hieruit te zullen bestaan welke door mij (....) eigenhandig zijn opgeschreven. Een vierde gedeelte van mijn eigen nalatenschap legateer ik in vollen eigendom aan mijn tegenwoordige huisvrouw Tjitske Johannes Oppedijk en voor het overige laat ik mijne nalatenschap betrekkelijk eigendom erven overeenkomstig de wet, doch in alles legateer ik voor zoover ik mag het vrugtgebruik van den overige drievierden mijner nalatenschap mede aan mijn gewild huisvrouw haar leven lang en het nutig bezit van de Boerderij zullen laten blijven, dit zei de comparant te zijn zijn testament uitersten laatsten wille welke hij wil dat door zijne kinderen, getrouwelijk zal worden gevolgd.'
Op 19 oktober 1825 overlijdt Walle Huites Veldhuis.


Zijn vrouw Tjitske hertrouwde op 13 mei 1827 te IJlst met Johannes Klazes van der Veen. Nu is bovenstaand testament duidelijker te begrijpen: Walle wilde alleen dat zijn eigen kinderen in aanmerking kwamen voor de erfenis.

 

Zoon Huite Walles Veldhuis trouwde op 25 oktober 1827 met Beeuw Jelles Zoethout. Ze kregen 6 kinderen. NB: Huwelijk ontbonden bij vonnis van de arrondissementsrechtbank te Sneek d.d. 3 maart 1841.
Beeuw had de scheiding aangevraagd wegens:" Meermalen (...) zeer grove beledigingen heeft moeten verduren, waarbij zelfs somwijlen haar leven in gevaar werd gebragt".
Op 5 augustus 1840 deed de rechtbank uitspraak: "Overwegende dat de wederpartij, noch wat de daadzaken, noch wat het regt of het onvermogen betreft, de ongegrondheid van het beweren der verzoekster heeft doen blijken".

In 1845 hertrouwde Beeuw.
Op 58jarige leeftijd overleed Huite. Zijn beroep was toen marskramer.

 

Bij de familienaam van Tjitske Johannes is iets bijzonders aan de hand. Tot aan 1824 heet ze officieel Tjitske Johannes. Op 28 mei 1824, bij het huwelijk van haar dochter Liskje, tekent ze met Tjiske Johannes Oppediek . Daarna tekent ze (zoals hierboven) consequent met Douma.

Testament:
Op 1 september 1834 laat Tjitske haar laatste wil optekenen.
"hoewel ziek van ligchaam, echter haar verstand en zinnen magtig, zoo als zulks uit haar gesprekken en redeneringen is gebleken.
Ik legateer, bij wijze van vooruitmaking, aan mijn dochter Antje Walles Veldhuis , zonder beroep bij mij inwonende, eene som van twee honderd nederlandsche guldens, na mijn overlijden dadelijk betaalbaar.
Ten anderen legateer ik, bij wijze van vooruitmaking, aan mijnen zoon Johannes Walles Veldhuis zonder beroep te Idzega woonachtig, eene som van één honderd nederlandsche guldens, teneinde zich daarvoor een kabinet aan te schaffen en welken som hij na mijn overlijden ook dadelijk zal kunnen invorderen.
Nog legateer ik, bij wijze van vooruitmaking , aan mijne dochters Antje-, Trijntje-, Liskjen-, en Aagjen Walles Veldhuis, ieder voor één vierde, mijne geheele lijfdragt met al het goud en zilver daartoe behoorende, niets daarvan uitgezonderd, benevens ook mijne bijbel met zilveren haken, waarvan zij na mijn overlijden dadelijk uikeering en afgifte zullen kunnen vorderen.
Ik begeer dat mijne dochter Liskjen Walles Veldhuis vrouw van Jelle Jelles Crolis scheepstimmerman te IJlst woonachtig op afkorting van haar erfdeel in eigendom zal hebben de huizinge, erve, tuin en scheepstimmerwerf , cum annexis, staande en gelegen te IJlst, zoodanig het bij haar en haren man ingebruik is, en zulks voor eene som van drie duizend en vijfhonderd nederlandsche guldens. ( Zie hieronder)
Voorts wil ik, dat het geen de een of andervan mijne kinderen aan mij verschuldigd is, in derselven erfdeel zal worden toegekend en mitsdien in vermindering daarvan verstrekken.
Zoo de een of ander van gemelde mijne kinderen vóór mij overleden mogten zijn, dan zal vorenstaande op des overledenen nakomelingen bij representatie vervallenen van toepassing zijn.

Op het testament is aangetekend: De testatoire is overleden den 3 September 1834.

LC 30 december 1834
 

In 1835 wordt er boelgoed gehouden op "zathe Veldhuis" onder IJlst. Het was een grote boerderij waarbij veeteelt het hoofdmiddel van bestaan was. Er werden 33 koeien (a F 60) gehouden (!) Van de melk werd op de boerderij boter en kaas gemaakt. Verder waren er varkens en schapen. Twee paarden deden het zware werk en er was een boot. Het boelgoed werd begonnen met de verkoop van twee ganzen.

 

uit: www.skutsjehistorie.nl

Jelle Jelles Croles

Een derde zoon van Jelle Pieters Croles, Jelle Jelles (*09-09-1792 te IJlst - †01-03-1851 te Oudega), was getrouwd met boerendochter Liskjen Walles Veldhuis (*10-11-1801 te Smallebrug - †06-03-1849 te IJlst). Jelle Jelles huurde in 1822 een huizinge, schuur en scheepshelling aan de vaart op Uilenburg voor jaarlijks fl. 55,- van Foekjen Durks, de weduwe van wijlen Anne Pieters van der Werff. Hij werd hier in 1826 eigenaar van. Hiermee kwam er weer een Croleswerf in IJlst naast de werf van Anne Jelles en Pieter Jelles Croles. Er was voldoende werk in het bouwen van snikschepen en tjalkschuitjes. Er werden dan ook scheepstimmerknechten gevraagd, die dadelijk aan het werk konden. 
Jelle Jelles zijn schoonvader was Walle Huites Veldhuis (*26-09-1774 te Miedum - †19 oktober 1825 te IJlst) en was groot boer op land en zathe even ten noordoosten van de werf van Anne Jelles en Pieter Jelles Croles. Bovendien was hij ook lid van de Vroedschap van IJlst. Hij was op 07 oktober 1798 te Woudsend getrouwd met Tjitske Johannes, eerst Oppedijk later Douma (*24-02-1781 te Indijk). In haar testament, waarin zij haar laatste wil liet optekenen op 01 september 1834, kwamen we de volgende passage tegen: ”Ik begeer dat mijne dochter Liskjen Walles Veldhuis, vrouw van Jelle Jelles Crolis scheepstimmerman te IJlst woonachtig, op afkorting van haar erfdeel in eigendom zal hebben de huizinge, erve, tuin en scheepstimmerwerf, cum annexis, staande en gelegen te IJlst, zoodanig het bij haar en haren man in gebruik is, en zulks voor eene som van drie duizend en vijfhonderd nederlandsche guldens.” De scheepstimmerwerf waarover gesproken werd lag aan het groot vaarwater de Wijddraai, aan het einde van de tegenwoordige Zevenpelsen tegenover Uilenburg. Zevenpelsen had zijn naam ontleend aan zeven arbeiderswoningen die hier ooit bij een pelmolen stonden. Tegen inbreng van fl. 3.500,- door Jelle Jelles Croles en zijn vrouw werd de scheepstimmerwerf overgenomen na het overlijden van zijn schoonmoeder op 3 september 1834. Het vermogen werd hiermee verder uitgebreid. 
IJlst telde in deze periode zes scheepstimmerwerven waar 56 man personeel werkte. Ook Jelle Jelles was op zijn werf een ‘doorkundig en zeer bekwaam man in zijn vak’ en bouwde eveneens een groot aantal overdekte snikschepen, overdekte schuiteschepen, overdekte kofschepen, overdekte beunschepen, overdekte jaagschuiten, overdekte visaken of bunschepen, overdekte tjalkschepen, overdekte schuitjes, (on)overdekte pramen, hektjalkschepen, overdekte kajuitjachten, beurt- of veerschepen, paviljoenschepen en bouwde zo een grote naam op in de wereld van de scheepsbouw. De schepen werden niet alleen verkocht maar ook verhuurd. Zowel aan schippers uit Friesland als ook uit steden in Noord-Holland als Enkhuizen, Haarlem, Purmerend, Beverwijk en Amsterdam. 
Jelle Jelles was een vurige ijveraar voor de gereformeerde leer in de dagen van de Afscheiding. Hij was in IJlst ook kerkvoogd. Hiermee was hij verantwoordelijk voor de verhuur van het kerkgebouw, de pastorie en de kosterswoning. Ook het onderhoud verzorgde hij aan deze panden, waarmee hij de timmermanswerkzaamheden die hij van zijn vader had geleerd ook nog kon toepassen. 
Jelle Jelles vrouw Liskjen Walles Veldhuis kwam in 1849 te overlijden op 47 jarige leeftijd. Door een tragisch ongeluk, door het omslaan van zijn zeilboot, kwam hij zelf in 1851 om het leven. Onderweg naar huis van een bezoek aan zijn dochter Yttje te Bakhuizen, verdronk hij samen met zijn tweede zoon Walle (*21-02-1828 te IJlst - †01-03-1851 te Oudega) op de Fluessen onder Gaastmeer. Zijn oudste zoon, Jelle Jelles Croles (*05-09-1826 te IJlst - †22-01-1900 te IJlst), zette hierna het bedrijf voort.


Croles
IJlst: Croles' scheepswerf

 

1832: land en zathe Veldhuis
2000: zathe Veldhuis
april 2009: zathe Veldhuis bewoond door fam. Nauta
Vóór 1825 gebouwd met nu nog Veldhuis in het dak.

 

44. = 36 Gerrit Douwes Rolsma ( 72 ) ( 73 )
45. = 37 Tjiskjen Piers ( 74 ) ( 75 )

46. = 38 Sybe Hinnes Koopmans( 76 ) ( 77 )
47. = 39 Ymkjen Harmens

48. Geert Ates Atsma( 96 ) ( 97 )
Gedoopt op 13 April 1758 te Gauw.
Getrouwd op 30 maart 1783 te Terzool met Sietske Wouters van der Meer.
Beroep: (turf)schipper te Sybrandaburen.
Kinderen: Ate 1784 Willem 1791 (#24)

Atze 1785: zie ATZE VAN TERZOOL
Hiltje 1793 Trijntje 1787
Sytske 1794 Wouter 1790
Anne 1800
Verhuisd naar Beers op 15 december 1814.
Overleden op 1 februari 1830 te Beers, # 11.

49. Sietske Wouters van der Meer( 98 ) ( 99 )
Gedoopt op 19 februari 1764 te Oudega (w).
Getrouwd met Geert Ates te Tersool op 30 maart 1783.
Overleden op 15 augustus 1826 te Beers.

'Dit is Geert Atzes Atsma eigen gezet handmerk'rk'
In 1813 gezette kruisje bij de aanname van de familienaam Atsma
door Geert Ates

 

 

Volgens het huwelijken-overzicht van Baarderadeel van Tresoar trouwde Geert Atses op 30 maart 1783 met Hiltje Wouters i.p.v. Cijtske Wouters. Maar het doopboek en de overlijdensaktes van Geert en Sietske geven aan dat de laatsten met elkaar getrouwd waren. Dat Hiltje een zus van Sietske zou zijn geweest ligt niet voor de hand; daar is geen melding van gedaan in het trouwboek.

Van Sibbele Postma: Atze had bij een niet bekende vrouw een zoon.
In de Nederlandse Staatscourant van 12 februari 1826 stond een stukje over een hardrijderij op 30 en 31 januari te Lemmer. Er waren 84 deelnemers. Bij het noemen van de uitgereikte prijzen kwam na de namen:" terwijl inteekenaren aan den 40jarigen Atze Geert Atsma, van Terzool, wegens het staande houden van deszelfs gevestigden roem in deze kunst, en als tot het laatste drietal rijders behoord hebbende, eene beloning van drie dukaten hebben toegestaan".

Aan zoon ATZE is een apart hoofdstuk gewijd: ATZE VAN TERZOOL (klik erop)

 

50. Franke Wybes Zijlstra(100=112) (101=113)
Geboren op 7 april 1754.
Getrouwd met Jeltje Douwes op 2 juli 1780 te Uitwellingerga.
Kinderen:Wybbe, 1781 Lammert, 1792
Antje, 1785 Paulus, 1795
Douwe, 1788 Eb, 1798
Jacob, 1791 Wytske, 1801(#25)
Overleden op 23 mei 1812

51. Jeltje Douwes(102) (103)
Geboren in 1753.
Boerin. Getrouwd op 2 juli 1780 met Franke Wybes Zijlstra te Uitwellingerga.
Overleden op 18 februari 1828.


52. Ate Ekkes de Jager(104) (105)
Geboren in 1786.
Schipper te Jutrijp.
Getrouwd met Hotske Pieters Koopmans op 11 juni 1810 te Jutrijp.
In 1819 hertrouwd Ate Ekkes met Sybrig Jans de Vries
Kind: Ekke; geb. 26 aug. 1811(#26)
Overleden op 18 februari 1870 te Jutrijp

53. Hotske (Hotsche)Pieters Koopmans(106) (107)
Geboren in 1787.
Getrouwd op 11 juni 1810 met Ate Ekkes de Jager te Jutrijp.
Overleden op 25 juli 1815 te Jutrijp.

 

54.Marten Jurjens Zoethout(108) (109)
Geboren op 19 april 1789.
Getrouwd met Neeltje Sjirks Cnossen op 20 april 1814 te Jutrijp.Boer.
Kinderen: Sjirk,1814 Gerritje: geb. 1 dec. 1816 (#27) Jurjen,1819 Wybe,1821 Riemke: geb. 19 juni 1825
Jurjen: geb. 16 mrt 1824 Ybeltje: geb. 28 apr. 1831
Overleden op 31 december 1870.

55.Neeltje Sjirks Cnossen(110=40) (111=41)
Geboren op 7 november 1788.
getrouwd met Marten Jurjens Zoethout op 20 April 1814.
Overleden op 22 januari 1860 te Hommerts.

 

   
   
   

 

 

56. Hein Wybes Zijlstra(112) (113)
Geboren op 17 oktober 1745.
Getrouwd op 21 februari 1773 te Oudega met Lolkjen Gerrits.
Kinderen: Antje, 1773 Bouwe, 1781
Wybbe, 1776 (#28) Tjeerd, 1784
Gerrit, 1779 Atze, 1789
Overleden op 17 september 1817 te Uitwellingerga.

57. Lolkjen Gerrits de Jong(114) (115)
Geboren in 1776.
Getrouwd op 21 februari 1773 te Oudega met Hein Wybes Zijlstra.
Overleden op 24 januari 1808.

1811


58. Herre (Heere) Jans Oppenhuis(116) ( 117 )
Geboren op 14 november 1767 te Goïnga.
Getrouwd met Beeuwkjen Dirks Lanting te Oudega op 1 februari 1789.Boer.Kinderen: Froukjen,1790 (#29) Trijntje,1792 Rinskje,1794 Marten,1797 Jan,1999 (# 30) Tjitske,1802 Durk,1805 Hilbrand,1813 Marten,1797
Overleden op 15 oktober 1828 te Uitwellingerga.

59. Beeuwkjen Dirks Lanting(118) (119)
Geboren 2 oktober 1768 te Oppenhuizen.
Getrouwd met Herre Jans Oppenhuis op 1 februari 1789 te Oudega.
Overleden op 1 augustus 1826 te Sneek.

1811 te Terzool


60.= 58 Herre Jans Oppenhuis(116) ( 117 )

61. = 59 Beeuwkjen Dirks Lanting(118) (119)

62. Lammert Willems Frankena(124) (125)
Geboren op 23 februari 1774.
Getrouwd met Trijntje Johannes Rudolfi op 7 juni 1801 te Uitwellingerga.
Boer te Uitwellingerga
Kinderen: Palskie,1811 (#31)Thewis,1815 Afke,1818 Sybrentje, 1822
Overleden op 24 november 1866.

63. Trijntje Johannes Rudolphi(126) (127)
Geboren op 22 februari 1780 te Jutrijp.
Getrouwd met Lammert Willems Frankena op 7 juni 1801.
Overleden op 14 januari 1829.

1811

 

 

 

 


1832: bezittingen L.W. Frankena en erven

 

Einde t/m #63