De stamboom ben ik begonnen met Evert ten Hove: #1. Daarna volgen zijn ouders: Jan Willem ten Hove: #2 (man) en Geertje Dijkslag: #3 (vrouw) . De reeks wordt vervolgd met de ouders van Jan Willem ten Hove : #4 (man) en #5 (vrouw) Daarna komen de ouders van Geertje Dijkslag #6 (man) en #7 (vrouw) . Etc. etc.
Dit verhaal gaat over de (voor)ouders van Evert en Evert zelf.
Jan Willem ten Hove (#2) was geboren op 12 april 1891 te Vorchten, gemeente Heerde. Deze streek onder Zwolle was het gebied waar zowel de voorouders van Jan Willem als die van (echtgenote) Geertje Dijkslag eeuwenlang afkomstig waren. Geertje Dijkslag (#2) was geboren in Wijhe, aan de andere kant van de IJssel, vlakbij Vorchten. Vorchten ligt aan de IJssel en de veerpont aldaar werd door een familielid onderhouden
.
Veer Wijhe/Vorchten 1904
|
Veer Wijhe/Vorchten 2004
|
De Gemeente Heerde ligt op de Veluwe en telt in totaal ca. 12.000 inwoners. De Gemeente Heerde bestaat uit de dorpen, Heerde - Wapenveld - Hoorn - Vorchten en Veessen. |
|
Jan Willem groeide op in een gezellig gezin. Moeder Hendrikje Bouwhuis was het middelpunt. Veel familieleden kwamen regelmatig thuis; de mannnen leunden achterover in hun biezen stoelen tegen de muur en vertelden de prachtigste verhalen: een neef die op zijn fiets een doornbosje in reed en en er rechtstandig in bleef hangen. Of hoe opa Jan Willem een opgezette haas probeerde te vangen.
Als opa Jan Willem wel eens tussendoor langs kwam, vond hij, van zijn moeder, geld in zijn jaszak voor de volgende treinreis ......... En dat terwijl opa 'vrij reizen' kon.
Marijke kreeg eens, tijdens Kerst, een kerstbal van haar vader (Evert) met daarin gevouwen een groen papiertje. Ze dacht dat een briefje van 5 gulden was.
Toen ze het later, nadat haar ouders vertrokken waren, openvouwde, bleek het een briefje van 1000 gulden te zijn.
Ze schrok er danig van .
Uit bovenstaande blijkt het dus om een familietraditie te gaan.
|
Elke grote vakantie, de derde week in augustus als de bramen rijp waren, trok de hele familie naar Vorchten en bleef daar een poos.
Voor drie zonen was het boerderijtje veel te klein. De beide oudsten, waaronder Jan Willem, gingen bij 'het spoor' werken. De jongste kwam op de boerderij .
Van de kerk moest Jan Willem niets hebben. 'We stammen van de apen af', beweerde opa stellig en daarmee was de kous af.

Opa Johannes ten Hove (#4) en oma Hendrikje Bouwhuis(#5) |
1 Februari 1890 - 1940
't Is feest vandaag in Vorchten
Een Gouden Bruiloftspaar
Dat viert vandaag het Huwelijksfeest
Met heel hun vriendenschaar
Hoezee hoezee
Voor het Bruiloftspaar hoezee
Ten Hove en Bouwwhuis vieren feest
We zingen vrolijk mee
Voor vijftig jaar geleden
Zwoeren ze elkander trouw
Johannes en zijn Hendrikje
Die werden man en vrouw
Ten Hove zei:
Je bent een vrouw voor mij
En Hendrikje die vond dat ook
Wat was Johannes blij
Johannes dacht in Veessen
Voel ik me zo alleen
En Hendrikje die dacht,ik kom
uit Wechterholt hierheen.
In Vorchten stond
een huisje met wat grond
In Vorchten stond
Een huisje met wat grond
Dat was de plek waar `t jonge paar
Geluk en vrede vond
Hun huwelijk werd gezegend
De oude ooievaar
Die bracht hen zeven kinderen thuis
Eens bracht hij zelfs een paar
Hoezee hoezee
Eens bracht hij er zelfs twee
Hoezee hoezee
Eens bracht hij er zelfs twee
Hun kinderen vieren op deez dag
Hun gouden bruiloft mee
Meester H. van Voorst
Wijze: 't Is de plicht van iedere jongen |
Oma Geertje Dijkslag groeide ook op een boerderij op. Zij werd op 27 mei 1894 geboren. Haar jeugd was niet gemakkelijk. Haar vader Evert werkte bij een boer waarvan de huishoudster een oogje op hem had. Dat liep zo hoog op dat Evert daar niet meer tegen kon. Hij ging op zekere dag even naar de koeien kijken en kwam niet levend terug. Geertje was toen twaalf jaar en werd bij het huishouden ingezet. Ze heeft dit verhaal later zelf aan haar dochters verteld toen zij volwassen waren.
Ze had in haar leven geen vijanden, iedereen mocht haar. Van huis uit was Geertje godsdienstig , Nederlands Hervormd.
Op drie mei 1919 trouwden ze met elkaar. Jan Willem kreeg verschillende standplaatsen in het noorden van Nederland. Het gezin ten Hove kende geen armoede. Zo kwam Jan Willem eens thuis met de boodschap dat hij een huis had gekocht. Dat was in Zwolle en voor die tijd zeker geen normale zaak.
In 1929 kwam de familie in Amersfoort te wonen. Hij was toen 38 jaar en werd stationsschef
op het Amersfoorter station. Zijn werktijden waren voorspelbaar; van 6 tot 2, 2 tot 10 en nachtdienst. Toch was hij in zijn hart nog bij het boerenbedrijf. Zijn tuin was zijn hobby. Toen Evert en Mies in Hoogland woonden, deed hij hun tuin er ook nog bij. Zelfs na zijn pensioenering ging hij regelmatig op de boerderij werken bij zijn familie in Vorchten. Als ze wel eens (zeer sporadisch) in Emmeloord kwamen dan gingen ze altijd naar de paarden van zoon Evert kijken.
Oma Geertje had iets speciaals met kippen; ze kon er eigenlijk niet zonder.

Opa Jan Willem, Evert, Henny, Jo, oma Geertje
Evert groeide aan de Soesterweg in Amersfoort. Hij bezocht de lagere school in het Soesterkwartier en ging later naar de MULO in Amersfoort. Zus Jo werd daar later altijd vergeleken met haar oudere broer en zuster die daar zeer goede resultaten hadden behaald. Evert was vooral goed in wiskunde. Na de MULO ging Evert naar de HBS. Daar kwam hij naast Frank Govaert te zitten. Een nieuwe wereld ging voor hem open. Dit ging wel ten koste van zijn studie aan de HBS, die duurde maar één jaar. De vriendschap met Frans niet, die is tot het einde toe gebleven.
Hij was nu ongeveer achttien jaar en moest omzien naar een baantje. Opa had wel een suggestie maar na één sollicitatiebezoek bij de spoorwegen wist hij zekerl dat zijn kansen niet bij het spoor lagen. Hij kwam bij ' van Vollenhove' in Amersfoort terecht.
De oorlogsjaren braken aan. Het contact met de familie van den Broek werd inniger. Maar de Duitsers manifesteerden zich ook meer. De Joodse zaak van 'van Vollenhove' werd door de Duitsers overgenomen en Evert werd gedwongen in Duitsland te gaan werken. Over deze periode heeft hij nooit gezwegen; zo nu en dan vertelde hij wel iets over die tijd. De laatste keer dat hij met verlof thuiskwam is hij niet teruggegaan en dook hij onder. "Het waren toen hele andere tijden", zei hij later, toen bleek dat Mies in blijde verwachting was. Zijn zussen Henny en Jo moesten van oma van den Broek het blijde nieuws aan hun ouders vertellen. Zie ook: van den Broek - het begin
De Duitse bezettingging daar ging ook niet ongemerkt voorbij.
Op weg naar Hoogland werd op zekere dag de fiets van Jan door Duitsers afgepakt. Opa regelde een nieuwe op het station.
Na Dolle Dinsdag stonden er op het station nog verschillende koffers die door hun eigenaren in de steek waren gelaten. Eén koffer kwam bij de ten Hoves terecht. In die koffer zat een accordeon. Jan heeft er nog les op gehad.
Omdat hun huis vlakbij het station lag , hadden ze vaak last van bombardementen die daar plaats vonden. In september 1944 was er zo'n bombardement. Op zeker moment vielen er twee bommen gelijktijdig in de buurt van hun huis aan de Soesterweg. Eén voor en één achter het huis. Daardoor bleven de muren overeind en het huis bestaan. Opa en oma waren al ondergedoken bij de familie van den Broek in Hoogland. Het hele gezin, behalve Evert, is even later naar Vorchten vertrokken waar men onderdak vond bij de familie. Toen men op 27 mei 1945 terugkwam, waren de hangklok en de kachel uit het huis verdwenen. Het duurde nog een hele tijd voordat het huis in de oude staat was hersteld.
Opa was best ijdel. Hij gaf complimentjes als je er aardig uitzag, daar had hij oog voor. Zo kreeg Marijke er eens een van hem en hij voegde er aan toe: 'maar het is niet echt '.
Zijn 'kale knikker' was volgens hem gekomen omdat hij op zijn werk altijd een hoofddeksel moest dragen. Het viel wel op als hij van pet moest wisselen, een zwarte voor de rode, dat bliksemssnel deed.
Oranjefeest zomer 2005 Veessen:
Op de zaterdagmorgen werd het zgn. koeschijten gehouden, een groot stuk weiland was ingedeeld in vakken en de vakken waar de koe als eerste ging schijten hadden prijs. |
J. Stap, Veessen- 2000
In het orthodoxe Heerde gold volgens Wolf als je maar ‘t juiste geloof had was alles goed. De mensen werden er klein gehouden. In de IJsselstreek was men minder kerkelijk en minder gelovig maar zelfstandiger . Aan de IJssel woont ook een ander type mens. |
|
Het vervolg van de geschiedenis van Evert staat bij de historie van Mies: klik daarvoor hier!
|