Jos Poran

Inleiding
Families Marijke en Johan
Foto-albums

Johan Ates de Boer

 

 

 

Inleiding:

Tot in de jaren negentig was het mij onbekend dat de families Postma, pake Klaas en zoon Hendrik beiden bewoners van de boerderij in Nijemirdum, in de oorlog aan een Joodse jongen onderdak hadden geboden. Die Joodse jongen woonde in bij omke Hendrik en tante Geeske die pas getrouwd waren. Dochter Klaske (Karin) lag in de wieg.
De jongen bleek Jos Poran te heten en in Israël te wonen. Eén keer hebben Jos en Karin een bezoek aan mijn ouders gebracht. Daar ontmoette ik Jos voor het eerst. Later hebben we veel telefonisch contact gehad.
Omke Hendrik en tante Geeske woonden ook op de boerderij van pake Klaas en beppe Klaske in Nijemirdum die toestemming gegeven moeten hebben voor de inwoning van Jos.
Voor mij de aanleiding om het verhaal van Jos op te schrijven. Daarvoor heb ik hem 11 juni 2006 telefonisch geïnterviewd.
Het verhaal van Jos wordt vervolgd met het postuum uitreiken van de Yad Vashem oorkonde aan omke Hendrik en tante Geeske die Jos tijdens de oorlog hebben verzorgd.

 

Jos Poran:

De vader van Jos Poran heette Salomon Pomeranz en was in 1900 geboren in Chernowitz, het huidige Tsjernovtsy of Tsjernivtsji. Deze stad ligt in de Oekraïne, dichtbij Roemenië, Hongarije en Slowakije. De politieke situatie is daar in de laatste eeuwen zeer onstabiel geweest.
Op vijf jarige leeftijd vertrok Salomon met zijn familie naar Berlijn. Zijn vader stierf daar op jeugdige leeftijd en Salomon belandde in een weeshuis.
Ook de moeder van Jos, Cicilia Bildner, kwam in 1910 op vijfjarige leeftijd in Berlijn terecht. Zij had in Polen gewoond. Salomon en Cicilia hebben elkaar op school in Berlijn leren kennen. In 1928 trouwden ze.
In 1930 stichtte Adolf Hitler de NDSAP. Deze partij won snel in aanzien en kenmerkte zich door een agressief nationalisme en antisemitisme. In 1931 emigreerden Salomon en Cicilia naar Nederland. Ze gingen In Enschede wonen waar ze een klein textielbedrijf opzetten. Ze maakten vooral stropdassen. In Enschede werden Jos (1932) en zijn beide zussen geboren.
Jos ging naar een gewone openbare lagere school. Hij kreeg een liberaal Joodse opvoeding. Ze gingen wel naar de Sjoel maar dat was meer voor de gezelligheid. Zondags kregen de kinderen Joodse les.
In 1941 moest de Jodenster gedragen worden en al spoedig daarna mochten ze niet meer naar de reguliere lagere school. Het hoofd van Jos' school kwam dit persoonlijk thuis vertellen. Hij had daarbij tranen in zijn ogen. Later is hij nog een paar keer aan huis geweest om enkele lessen te geven. Ook andere mensen reageerden bewogen. Bij het zien van een Jodenster stopten ze, stapten van hun fiets en namen hun hoed af.
Door Enschede reden treinen vol soldaten en militair materieel.
In december 1942 dook het gezin Pomeranz onder. Andere familieleden waren al weggevoerd. De vader van Jos wilde dit niet; hij was al een keer voor het opkomend nationaal-socialisme gevlucht en had in de gaten wat de Duitsers van plan waren.

Ze kwamen in contact met de verzetsgroep in Enschede rond ds L. Overduin. Deze zorgde ervoor dat Jos in een kindertehuis in Maarn een plaats kreeg. Zijn ouders vonden onderdak in de buurt van Apeldoorn en ook voor beide zusjes was een plaats gevonden.
Het verblijf in het kinderhuis was niet prettig. Jos moest suikerbieten halen en denneappels zoeken. Hij is hier acht maanden gebleven.

ds. L. Overduin
 

In augustus 1943 werd hij naar Nijemirdum gebracht. Van de reis weet Jos zich niets meer te herinneren. Hij weet alleen nog dat hij een kamer binnenstapte. Hij zag een wieg staan met daarin een baby. "Wat heeft dat meisje grote ogen", dacht hij toen.
Hij was terechtgekomen op de boerderij bij de familie Postma. In het rechter gedeelte woonden pake Klaas en beppe Klaske en links hun zoon Hendrik met zijn vrouw Geeske en baby Klaske (Karin). De boerderij lag zeer afgelegen aan een bosrand en een zandweg verbond hen met de bewoonde wereld.
Hij leerde de bewoners kennen:
- pake Klaas , stijfkoppig, eigenwijs en een groot gevoel voor humor. Hij pruimde en had het uitspuwen ervan tot kunst verheven; tussen de benen door, zonder te raken!
- beppe Klaske, klein en gerimpeld. Een schat van een oud mensje.
- omke Hendrik, rustig en open, sprak nooit met stemverheffing.
- tante Geeske, druk met de dagelijkse werkzaamheden.
In de woonkamer waren twee bedsteden. In de ene sliep Jos en in de andere Karin.
Aan eten was op de boerderij nooit gebrek. Na de warme maaltijd werd er altijd door omke Hendrik uit de Bijbel voorgelezen. Daar moest iedereen naar luisteren. Jos begreep lang niet alles wat hij hoorde.
Als de kust veilig was ging Jos wel eens naar school, maar dat kwam niet zo vaak voor. Hij heeft in een winter wel eens geschaatst. Ook is hij enkele malen naar cathechisatie geweest. 's Zondags ging hij mee met de familie naar de Gereformeerde kerk in Nijemirdum. Daar mocht hij wel eens bij omke Durk, een broer van Hendrik, op het orgel zitten. Eén keer drukte hij tijdens de preek per ongeluk op een toets. De hele kerk keek naar boven en hij kreeg een geweldige kleur. In 'ponkjes' werd het geld van de collecte opgehaald.
Het mag duidelijk zijn dat de bevolking van Nijemirdum te vertrouwen was en geen verraders telde. Waarom hij naar cathechesatie en de kerk moest, is helaas niet meer te achterhalen.

Op de boerderij was voor een jongen als Jos altijd wel wat te doen. Meehelpen met het werk in de stal. Koeien melken. Hooi van het land halen met paard en wagen. Koeien verweiden, naar het land rijden om de koeien te melken. Tante Geeske helpen met de was in het vuurhok. Dan legde hij de witte was op het grasveld om te drogen.
Jos leerde Fries verstaan en te spreken. Ook leerde hij 's winters, onder het watergeven aan de koeien in de stal, omke Hendrik tellen in het Hebreeuws.
Afgesproken was dat wanneer en onraad dreigde Jos de boerderij aan de boskant zou verlaten. Hij zou daarbij eerst door het water van een sloot lopen om zo eventueel Duitse speurhonden van zich af te schudden en zich daarna in het bos verstoppen totdat er iemand hem kwam ophalen.
Hij heeft dit nooit in de praktijk hoeven te brengen. Er heeft nooit een razzia op de boerderij plaatsgevonden, sterker nog, Jos heeft in de Nijemirdumer tijd nooit een Duits soldaat gezien.
Aan het einde van de oorlog vuurden de Duitsers V2's af vanuit Gaasterland. Die kwamen over de boerderij heen en het was alsof de wereld verging.

Op 17 april 1945 werd Gaasterland door de Canadezen bevrijd. Jos heeft daar niets van gezien en kan zich hier helemaal niets meer van herinneren. Op 11 juni van dat jaar zat Jos op een wagen met hooi op weg naar de boerderij. Hij zag in de verte een man aankomen en wist instinctief dat het zijn vader was. Hun kerngezin was gespaard gebleven en hij ging met zijn vader mee naar Enschede. De reis duurde toen een hele dag.

Niet ongeschonden is Jos uit de oorlog gekomen. Hij had problemen met zijn identiteit. Op school ging het na de oorlog moeilijk en uiteindelijk is hij op 18 jarige leeftijd naar Marseille gefietst om daar de boot naar Israël te nemen.
"Deze twee maanden vormden de fijnste tijd van mijn leven"." Alleen en doen wat ik wilde".
In Israël is hij getrouwd en blijven wonen. Zij kregen drie kinderen en hebben momenteel 9 kleinkinderen.

 

 
 
Jos op de lijst van overlevenden.

 

 

De eretitel Rechtvaardige onder de Volkeren , beter bekend als de Yad Vashem onderscheiding, is de hoogste onderscheiding die de staat Israël kent. De titel wordt verleend aan degenen die in de Tweede Wereldoorlog met gevaar voor eigen leven joodse medeburgers hebben beschermd en gered. 

Wereldwijd is sinds begin jaren zestig aan bijna 20.000 mensen de Yad Vashem-onderscheiding toegekend, 5000 daarvan zijn er in Nederland uitgereikt. Ruim 500 onderscheidingen zijn toegekend aan niet-joodse Friezen die hun leven hebben geriskeerd om joden te redden.

Jos Poran was als Joodse jongen ondergedoken op de boerderij waar pake Klaas, beppe Klaaske, omke Hendrik en tante Geeske, allen Postma's, in Nijemirdum woonden. Omke Hendrik en tante Geeske hadden toen nog kleine kinderen zodat Jos daar verbleef.

Geeske Bultsma en Hendrik Postma  

 

In 2005 belde Jos mij om meer gegevens over dit onderduiken voor een aanvraag van de Yad Vashem onderscheiding.
Een klein jaar later liet Jos weten dat het hem gelukt was.
Betty de Bruin, Joodse onderduikster bij mem Geeske en heit Ate, zal nu dezelfde procedure in werking stellen. Onze ouders zouden dit zeer op prijs gesteld hebben. Als kinderen kunnen wij deze geste alleen maar waarderen.

 

Leeuwarder Courant

Onderduikparen postuum geëerd

02 mei 2006,
WORKUM -

Vier Friese echtparen die in de Tweede Wereldoorlog Joodse kinderen in hun woning of boerderij lange tijd een onderduikadres boden, zijn hiervoor vanmiddag in Workum door de staat Israël postuum onderscheiden.

Joop Levy, vertegenwoordiger van de Israëlische ambassade in Den Haag, reikten aan familieleden van de redders de onderscheiding Yad Vashem en het bijbehorende certificaat uit. Ook enkele Joodse onderduikers, destijds door de onbaatzuchtige zorg van de ‘pleegouders' de oorlog overlevend, waren aanwezig.

Onderscheidingen waren er voor Jannes Geert en Aaltje van der Wijk die destijds op een afgelegen boerderij in Terwispel woonden; boer Hendrik en Geeske Postma uit Nijemirdum; Jelle en Jeltje de Vries uit Oudega-Kolderwolde en Jelle en Lodewice Flapper uit Workum. Hun dochter Liny Bosma-Flapper ontving als enige ‘levende' oorlogshelpster het Israëlische eerbewijs.


© 2006 Leeuwarder Courant


 

 

 

Nieuws:

(2006-05-05) -- Yad Vashem onderscheidingen uitgereikt

Yad Vashem onderscheidingen uitgereikt 
De Ambassade van Israël in Nederland heeft, bij een plechtige uitreiking van de Yad Vashem, onderscheidingen op dinsdagmiddag 2 mei in het gemeentekantoor in Workum toegekend aan:

Mevrouw Lina Bosma-Flapper (zie bijgaande foto, 5de van rechts).


en postuum aan:

De heer Jelle Flapper en mevrouw Lodewice Flapper-Rijpma
De heer Jelle de Vries en mevrouw Jeltje de Vries-Haga
De heer Jannes Geert van Wijk en mevrouw Aaltje van der Wijk-Vriezema
De heer Hendrik Postma en mevrouw Geeske Postma-Bultsma

De onderscheidingen zijn uitgereikt op voorspraak en uit dankbaarheid van de joodse medeburgers die onderdak werd geboden tijdens de tweede wereldoorlog. Tijdens de plechtigheid waren David van Dam ondergebracht bij de Fam Flapper uit Workum, Bert Barend bij de fam De Vries in Oudega- Kolderwolde, Ies Couzijn bij de Fam Van Wijk in Tewispel en Jos Poran geboren als Jos Pomeranz bij de fam Postma uit Nijemirdum aanwezig.

Yad Vashem is een tekst die voorkomt in het bijbelboek Jesaja, hoofdstuk 56 vers 5 en betekent: “Ik zal u binnen Mijn muren een naam geven en een plaats”.

 

 

Dorpsbelang: Nijemirdum

POSTÚM EARBETOAN

Op 2 maaie 2006 is yn Warkum postúm oan Hendrik Postma en Geeske Postma-Bultsma út Nijemardum de earetitel “Rjochtfeardige ûnder de folken” jûn, troch Yad Vashem, foar it ûnderdak jaan yn ‘e oarloch oan de Joadske jonge Jos Poran.

Yad Vashem stiet yn Jeruzalim en is it offisjele monumint fan Israel foar it betinken fan de Joadske slachtoffers fan de Holocaust.
It is oprjochte nei oanlieding fan in wet dy't de Knesset yn 1953 oannaam, dat der in ûnôfhanklik ûndersyksynstitút komme moast. De taak fan dit ynstitút wie: it betinken fan de Sjoa (holocaust), it betinken fan de slachtoffers en it dokumintearjen en argivearjen fan dy hiele skiednis.

Yntusken hawwe sa'n 4300 Nederlanders in earetitel krigen mei derby in sertifikaat en in medalje. Dit eareteken symbolisearret wurden út de Talmoed: “Dy't in minskelibben rêdt, hat de hiele minskheid rêden”.

Beide siden fan de medalje, de heechste ûnderskieding dy't takend

Jos Poran, berne as Jos Pomeranz, sil de ûnderdûkjierren ‘43, ‘44 en ‘45 by de famylje Postma nea ferjitte. “Myn ferbliuw by harren hat my it libben rêden en ik sil harren en harren bern en bernsbern der ivich tankber foar wêze. En dat waard foar my pas echt dúdlik nei't ik sels heit wurden wie.”
It wie foar Jos in bange en ûnsekere tiid. Wêr is myn famylje? Libje se noch? Binne se byinoar? Oan de oare kant it feilige gefoel ‘thús' te wêzen, yn de waarmte en goedens fan de famylje Postma. As Jos net op skoalle siet, learde er it melken, en hy is der grutsk op dat er dat nei 50 jier noch net ferleard is.

De buorkerij fan Hindrik en Geeske Postma op ‘e Hege Bouwen stie mar 800 meter fan de Dútske militêre post Kamp Sondel ôf. De soldaten hâlden faak oefeningen om de heaberch fan de buorkerij hinne, dêr't wit hoe folle ferbeane dingen yn ferstoppe sieten, sa as de fytsen fan de Postma's.
Foaral foar Jos wiene dat noedlike situaasjes.

Hindrik Postma koe mei guon fan de soldaten wol goed oerwei om't er Dútsk prate koe. Dat hie er leard op syn ûnderwizersoplieding, dy't er lykwols fan de Dútsers net ôfmeitsje mocht.

De ambassade fan Israel hat by in plechtige útrikking yn Warkum in Yad Vashemûnderskieding oerhannige oan de dochter fan Hendrik en Geeske Postma en oan noch fjouwer oare famyljes.